Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fleurig (Nederlands) in het Spaans

fleurig:

fleurig bijvoeglijk naamwoord

  1. fleurig (kleurrijk)
    alegre; lleno de color; vivo
  2. fleurig (vrolijk; blijmoedig; levendig; )
    alegre
    • alegre bijvoeglijk naamwoord
  3. fleurig (florissant)
    próspero
  4. fleurig (kleurig; bloeiend)
    vistoso; abigarrado; llamativo; de colores vivos
  5. fleurig (bontgekleurd; kleurig; bont)
    vistoso; llamativo; de tonos vivos

Vertaal Matrix voor fleurig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vivo vluggerd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abigarrado bloeiend; fleurig; kleurig bont; dwaas; gekleurd; idioot; kakelbont; kleurig; kleurrijk; onbezonnen; veelkleurig
alegre blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bevredigd; bezet; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; frivool; geagiteerd; genoeg; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; jolig; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; monter; opgetogen; opgewekt; speels; tevreden; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; welgemoed; welgestemd; wuft
de colores vivos bloeiend; fleurig; kleurig gekleurd; kleurig
de tonos vivos bont; bontgekleurd; fleurig; kleurig hooggekleurd
llamativo bloeiend; bont; bontgekleurd; fleurig; kleurig aandachttrekkend; frappant; geprononceerd; hooggekleurd; in het oog lopend; in het oog springend; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opschepperig; opvallend; opzichtig; protsend; protserig; saillant; schreeuwerig; treffend; uitgesproken
lleno de color fleurig; kleurrijk bont; gebloemd; gekleurd; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig
próspero fleurig; florissant blakend; bloeiend; fit; florerend; florissant; gelukkig; getraind; gezond; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend
vistoso bloeiend; bont; bontgekleurd; fleurig; kleurig hooggekleurd
vivo fleurig; kleurrijk achterbaks; actief; adrem; berekenend; bevredigd; beweeglijk; bezet; bij de pinken; bijdehand; bitter teleurgesteld; blij; blijgestemd; blijmoedig; clever; doortrapt; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; felle; geagiteerd; gebloemd; gehaaid; gemeen; geniepig; genoeg; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gluiperig; goedgehumeurd; goedgeluimd; goochem; in leven; kien; kittig; leep; levend; levendig; listig; ongeblust; opgetogen; opgewekt; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; spits; stiekem; tevreden; uitgekookt; uitgeslapen; verbitterd; vergenoegd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Verwante woorden van "fleurig":

  • fleurigheid, fleuriger, fleurigere, fleurigst, fleurigste, fleurige

Verwante vertalingen van fleurig