Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gaar (Nederlands) in het Spaans

gaar:

gaar bijvoeglijk naamwoord

  1. gaar (vermoeid; moe)
    cocido; hecho
    • cocido bijvoeglijk naamwoord
    • hecho bijvoeglijk naamwoord
  2. gaar (doorgekookt; gereed; gedaan)
    cocido; acabado

Vertaal Matrix voor gaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado afkrijgen; afwerking; einde; eindpunt; eindstreep; fineer; finish; finishlijn; meet
cocido stamppot
hecho bekend feit; evenement; feit; gebeurtenis; gegeven; incident; voorval
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado doorgekookt; gaar; gedaan; gereed af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
cocido doorgekookt; gaar; gedaan; gereed; moe; vermoeid
hecho gaar; moe; vermoeid af; beëindigd; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gereed; geschapen; klaar; volbracht

Verwante woorden van "gaar":

  • gaarheid, gare

Wiktionary: gaar


Cross Translation:
FromToVia
gaar acabado; listo done — (of food) ready, fully cooked

Verwante vertalingen van gaar