Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. genaakbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor genaakbaar (Nederlands) in het Spaans

genaakbaar:

genaakbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. genaakbaar (aanspreekbaar; toegankelijk; toeschietelijk; benaderbaar)
    accesible
  2. genaakbaar (toegankelijk; benaderbaar; open)
    abierto; accesible; sin rodeos

Vertaal Matrix voor genaakbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abierto benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk aangebroken; attent; cru; frank; galant; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; ontvankelijk; onverbloemd; onverholen; open; openbaar; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; openstaand; oprecht; publiek; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; vatbaar; volmondig; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accesible aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk; toeschietelijk begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk
sin rodeos benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk botweg; frank; gladaf; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; oprecht; platweg; rechtaan; rechttoe; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder omwegen

Verwante woorden van "genaakbaar":

  • genaakbare

Wiktionary: genaakbaar


Cross Translation:
FromToVia
genaakbaar módico; abordable; accesible abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.
genaakbaar accesible; asequible accessible — Où l’on peut accéder.