Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- gezouten:
- zouten:
-
Wiktionary:
- gezouten → salado
- zouten → salar, adobar, curar con sal
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gezouten (Nederlands) in het Spaans
gezouten:
-
gezouten (gepekeld)
salado; en salmuera; salpreso-
salado bijvoeglijk naamwoord
-
en salmuera bijvoeglijk naamwoord
-
salpreso bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gezouten:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en salmuera | gepekeld; gezouten | |
salado | gepekeld; gezouten | geestig; geinig; grappig; hartig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; zout; zout bevattend; zouthoudend; zoutig |
salpreso | gepekeld; gezouten |
gezouten vorm van zouten:
-
zouten
salar; conservar; adobar; salarse; conservar en adobo; echar en sal; poner en adobo; poner en salmuera-
salar werkwoord
-
conservar werkwoord
-
adobar werkwoord
-
salarse werkwoord
-
conservar en adobo werkwoord
-
echar en sal werkwoord
-
poner en adobo werkwoord
-
poner en salmuera werkwoord
-
Conjugations for zouten:
o.t.t.
- zout
- zout
- zout
- zouten
- zouten
- zouten
o.v.t.
- zoutte
- zoutte
- zoutte
- zoutten
- zoutten
- zoutten
v.t.t.
- heb gezouten
- hebt gezouten
- heeft gezouten
- hebben gezouten
- hebben gezouten
- hebben gezouten
v.v.t.
- had gezouten
- had gezouten
- had gezouten
- hadden gezouten
- hadden gezouten
- hadden gezouten
o.t.t.t.
- zal zouten
- zult zouten
- zal zouten
- zullen zouten
- zullen zouten
- zullen zouten
o.v.t.t.
- zou zouten
- zou zouten
- zou zouten
- zouden zouten
- zouden zouten
- zouden zouten
diversen
- zout!
- zout!
- gezouten
- zoutend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zouten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adobar | zouten | in blik conserveren; inblikken; inmaken; inpekelen; inzouten; leerlooien; looien; opzouten; tanen |
conservar | zouten | behoeden; behouden; beschermen; bewaren; conserveren; in blik conserveren; in stand houden; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; instandhouden; invoegen; inzouten; onderhouden; opzouten; tussenleggen; verduurzamen |
conservar en adobo | zouten | in blik conserveren; inblikken; inmaken; inpekelen; inzouten; marineren; opzouten; toebereiden |
echar en sal | zouten | inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; pekelen |
poner en adobo | zouten | in blik conserveren; inblikken; inmaken |
poner en salmuera | zouten | inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten |
salar | zouten | inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; pekelen |
salarse | zouten | inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten |