Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hallen (Nederlands) in het Spaans

hallen:

hallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hallen
    la salas; el pabellones; el naves; la lonjas; el zaguanes
    • salas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pabellones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • naves [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lonjas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • zaguanes [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lonjas hallen
naves hallen boten; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen
pabellones hallen kraampjes; stalletjes; stands
salas hallen ruimtes; zalen; zalencomplex
zaguanes hallen

Verwante woorden van "hallen":


hal:

hal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de hal (entreehal)
    el vestíbulo; el zaguán
  2. de hal (vestibule; portaal; voorportaal; entree)
    el zaguán; el hall; el portal; el vestíbulo delantero; la entrada; el acceso; el vestíbulo
  3. de hal (overloop; verbindingsgang; portaal)
    el rellano; el descansillo
  4. de hal (ontvangstruimte; salon; receptiekamer)
    el salón; la sala de recepción
  5. de hal (vishal)
    el mercado de pescado
  6. de hal (ridderzaal)
    el portal; el vestíbulo; la sala de caballeros

Vertaal Matrix voor hal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acceso entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal entree; ingang; inlaat; inrit; opgang; oprijlaan; oprit; toegang; toelating; trap
descansillo hal; overloop; portaal; verbindingsgang
entrada entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal aanbetaling; aankomst; binnenkomst; boeking; deur; entree; hoofdwoord; huisdeur; ingang; inkomst; inlaat; inrit; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; komst; lemma; oprijlaan; oprit; plaatsing van artikel; politie-inval; schouwburgkaartje; toegang; toelating; vermelding
hall entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal portiek; veranda
mercado de pescado hal; vishal vismarkt; visveiling
portal entree; hal; portaal; ridderzaal; vestibule; voorportaal afdak; luifel; narthex; portiek; veranda; voorhal; voorhuis
rellano hal; overloop; portaal; verbindingsgang
sala de caballeros hal; ridderzaal
sala de recepción hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon ontvangkamer; salon
salón hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon dagverblijf; grote kamer; hotelsuite; ontvangkamer; pronkkamer; salon; suite; zaal
vestíbulo entree; entreehal; hal; portaal; ridderzaal; vestibule; voorportaal afdak; luifel; narthex; portiek; veranda; voorhal; voorhuis; voorvertrek
vestíbulo delantero entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal narthex; voorhal; voorvertrek
zaguán entree; entreehal; hal; portaal; vestibule; voorportaal portiek; voorhuis

Verwante woorden van "hal":


Wiktionary: hal

hal
noun
  1. ruimte achter de voordeur
  2. een entreeruimte in een gebouw of huis, een ontvangstruimte
  3. een grote overdekte ruimte gericht op het uitvoeren van activiteiten

Cross Translation:
FromToVia
hal pasillo; corredor corridor — narrow hall or passage
hal pasillo hall — corridor or a hallway.