Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. in staat zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor in staat zijn (Nederlands) in het Spaans

in staat zijn:

in staat zijn werkwoord (ben in staat, bent in staat, is in staat, was in staat, waren in staat, in staat geweest)

  1. in staat zijn (kunnen; vermogen)
    saber; ser capaz

Conjugations for in staat zijn:

o.t.t.
  1. ben in staat
  2. bent in staat
  3. is in staat
  4. zijn in staat
  5. zijn in staat
  6. zijn in staat
o.v.t.
  1. was in staat
  2. was in staat
  3. was in staat
  4. waren in staat
  5. waren in staat
  6. waren in staat
v.t.t.
  1. ben in staat geweest
  2. bent in staat geweest
  3. is in staat geweest
  4. zijn in staat geweest
  5. zijn in staat geweest
  6. zijn in staat geweest
v.v.t.
  1. was in staat geweest
  2. was in staat geweest
  3. was in staat geweest
  4. waren in staat geweest
  5. waren in staat geweest
  6. waren in staat geweest
o.t.t.t.
  1. zal in staat zijn
  2. zult in staat zijn
  3. zal in staat zijn
  4. zullen in staat zijn
  5. zullen in staat zijn
  6. zullen in staat zijn
o.v.t.t.
  1. zou in staat zijn
  2. zou in staat zijn
  3. zou in staat zijn
  4. zouden in staat zijn
  5. zouden in staat zijn
  6. zouden in staat zijn
diversen
  1. ben in staat!
  2. bent in staat!
  3. in staat geweest
  4. in staat zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor in staat zijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saber handigheid; kneep; kunde; kundigheid; kunst; toer; truc
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saber in staat zijn; kunnen; vermogen gunnen; iets toekennen; kennen; ondervragen; op de hoogte zijn; overhoren; toebedelen; toekennen; toewijzen; uithoren; uitvragen; verhoren; weten
ser capaz in staat zijn; kunnen; vermogen

Verwante vertalingen van in staat zijn