Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. instaan voor:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor instaan voor (Nederlands) in het Spaans

instaan voor:

instaan voor werkwoord (sta in voor, staat in voor, stond in voor, stonden in voor, ingestaan voor)

  1. instaan voor (garanderen; verzekeren; waarborgen; vast beloven)
    garantizar; avalar

Conjugations for instaan voor:

o.t.t.
  1. sta in voor
  2. staat in voor
  3. staat in voor
  4. staan in voor
  5. staan in voor
  6. staan in voor
o.v.t.
  1. stond in voor
  2. stond in voor
  3. stond in voor
  4. stonden in voor
  5. stonden in voor
  6. stonden in voor
v.t.t.
  1. heb ingestaan voor
  2. hebt ingestaan voor
  3. heeft ingestaan voor
  4. hebben ingestaan voor
  5. hebben ingestaan voor
  6. hebben ingestaan voor
v.v.t.
  1. had ingestaan voor
  2. had ingestaan voor
  3. had ingestaan voor
  4. hadden ingestaan voor
  5. hadden ingestaan voor
  6. hadden ingestaan voor
o.t.t.t.
  1. zal instaan voor
  2. zult instaan voor
  3. zal instaan voor
  4. zullen instaan voor
  5. zullen instaan voor
  6. zullen instaan voor
o.v.t.t.
  1. zou instaan voor
  2. zou instaan voor
  3. zou instaan voor
  4. zouden instaan voor
  5. zouden instaan voor
  6. zouden instaan voor
diversen
  1. sta in voor!
  2. staat in voor!
  3. ingestaan voor
  4. instaand voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor instaan voor:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avalar borg zijn; garanderen; garant staan; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen
garantizar borg zijn; garanderen; garant staan; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen

Verwante vertalingen van instaan voor