Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. interveniëren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor interveniëren (Nederlands) in het Spaans

interveniëren:

interveniëren werkwoord (interveniëer, interveniëert, interveniëerde, interveniëerden, geïnterveniëerd)

  1. interveniëren (tussenbeide komen; interfereren; tussenkomen; )

Conjugations for interveniëren:

o.t.t.
  1. interveniëer
  2. interveniëert
  3. interveniëert
  4. interveniëren
  5. interveniëren
  6. interveniëren
o.v.t.
  1. interveniëerde
  2. interveniëerde
  3. interveniëerde
  4. interveniëerden
  5. interveniëerden
  6. interveniëerden
v.t.t.
  1. heb geïnterveniëerd
  2. hebt geïnterveniëerd
  3. heeft geïnterveniëerd
  4. hebben geïnterveniëerd
  5. hebben geïnterveniëerd
  6. hebben geïnterveniëerd
v.v.t.
  1. had geïnterveniëerd
  2. had geïnterveniëerd
  3. had geïnterveniëerd
  4. hadden geïnterveniëerd
  5. hadden geïnterveniëerd
  6. hadden geïnterveniëerd
o.t.t.t.
  1. zal interveniëren
  2. zult interveniëren
  3. zal interveniëren
  4. zullen interveniëren
  5. zullen interveniëren
  6. zullen interveniëren
o.v.t.t.
  1. zou interveniëren
  2. zou interveniëren
  3. zou interveniëren
  4. zouden interveniëren
  5. zouden interveniëren
  6. zouden interveniëren
en verder
  1. is geïnterveniëerd
diversen
  1. interveniëer!
  2. interveniëert!
  3. geïnterveniëerd
  4. interveniërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor interveniëren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervenir bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen bemiddelen; optreden; performen; spelen; tussenkomen; tussenspringen
intervenir en bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen bemoeien; inmengen; meedoen; meespelen; mengen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervenir tussenbeide

Wiktionary: interveniëren


Cross Translation:
FromToVia
interveniëren intervenir intervene — to come between, or to be between, persons or things