Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. junior:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor junior (Nederlands) in het Spaans

junior:

junior [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de junior (de jongere)
    el júnior; el menor
    • júnior [el ~] zelfstandig naamwoord
    • menor [el ~] zelfstandig naamwoord

junior

  1. junior

Vertaal Matrix voor junior:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joven adolescent; broekie; broekvent; gast; goser; gozer; hondje; jong; jonge knaap; jongeling; jongeman; jongere; jongmens; kerel; kereltje; knakker; knul; man; minderjarige; onmondige; vent; welp
júnior de jongere; junior
menor de jongere; junior kind
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
joven junior
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joven jeugdig; jong; opgeschoten
menor in geringe mate; jonger; jongst; klein; kleinst; kleinste; marginaler; minder oud; miniemste; onmondig

Verwante woorden van "junior":

  • junioren