Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lener:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lener (Nederlands) in het Spaans

lener:

lener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lener
    el deudor; el prestador; el prestamista; el prestatario; el pedigüeño

Vertaal Matrix voor lener:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deudor lener crediteur; debiteur; schuldenaar
pedigüeño lener bedelaar
prestador lener
prestamista lener leenbank; lommerd; lommerdhouder; pandjesbaas; pandjeshuis
prestatario lener kredietnemer

Verwante woorden van "lener":

  • leners