Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. meenemen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meenemen (Nederlands) in het Spaans

meenemen:

meenemen werkwoord (neem mee, neemt mee, nam mee, namen mee, meegenomen)

  1. meenemen (ophalen; afnemen; afhalen; wegnemen; weghalen)
    recoger; traer; ir a buscar; retirar; separar

Conjugations for meenemen:

o.t.t.
  1. neem mee
  2. neemt mee
  3. neemt mee
  4. nemen mee
  5. nemen mee
  6. nemen mee
o.v.t.
  1. nam mee
  2. nam mee
  3. nam mee
  4. namen mee
  5. namen mee
  6. namen mee
v.t.t.
  1. heb meegenomen
  2. hebt meegenomen
  3. heeft meegenomen
  4. hebben meegenomen
  5. hebben meegenomen
  6. hebben meegenomen
v.v.t.
  1. had meegenomen
  2. had meegenomen
  3. had meegenomen
  4. hadden meegenomen
  5. hadden meegenomen
  6. hadden meegenomen
o.t.t.t.
  1. zal meenemen
  2. zult meenemen
  3. zal meenemen
  4. zullen meenemen
  5. zullen meenemen
  6. zullen meenemen
o.v.t.t.
  1. zou meenemen
  2. zou meenemen
  3. zou meenemen
  4. zouden meenemen
  5. zouden meenemen
  6. zouden meenemen
en verder
  1. ben meegenomen
  2. bent meegenomen
  3. is meegenomen
  4. zijn meegenomen
  5. zijn meegenomen
  6. zijn meegenomen
diversen
  1. neem mee!
  2. neemt mee!
  3. meegenomen
  4. meenemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meenemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recoger inhalen; naar binnen halen; rapen
retirar terugroepen
separar afhaken; afkoppeling; ontkoppeling; uiteengaan; uitnemen
traer langs brengen; meebrengen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ir a buscar afhalen; afnemen; meenemen; ophalen; weghalen; wegnemen
recoger afhalen; afnemen; meenemen; ophalen; weghalen; wegnemen afdekken; afhalen en meenemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; geld in ontvangst nemen; incasseren; inhalen; innen; inzamelen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opruimen; opsnappen; opvegen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen
retirar afhalen; afnemen; meenemen; ophalen; weghalen; wegnemen aftreden; herroepen; terugroepen; terugtrekken; uittreden; zich verwijderen
separar afhalen; afnemen; meenemen; ophalen; weghalen; wegnemen afbreken; afkoppelen; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; beëindigen; debrayeren; delen; extraheren; forceren; hamsteren; isoleren; loskoppelen; loskrijgen; losmaken; losrukken; losscheuren; lostornen; lostrekken; ontbinden; ontkoppelen; ontzetten; opdelen; opheffen; oppotten; opsplitsen; opzij leggen; potten; scheiden; separeren; splitsen; stukmaken; tornen; uit de macht ontzetten; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uithalen; uitsplitsen; uittrekken; verbreken; verbrijzelen; zich splitsen
traer afhalen; afnemen; meenemen; ophalen; weghalen; wegnemen aanleveren; aanslepen; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; langs brengen; leveren; meebrengen; overhandigen; terugbezorgen; thuisbezorgen; toedragen; toeleveren; toevoeren

Verwante definities voor "meenemen":

  1. het erbij doen als je toch bezig bent1
    • toen ik schoonmaakte heb ik ook de WC meegenomen1
  2. het pakken en bij je houden1
    • wil jij deze map meenemen?1

Wiktionary: meenemen


Cross Translation:
FromToVia
meenemen llevarse mitnehmen — Personen oder Dinge persönlich oder mit eigenem Transportmittel zu einem Ort bringen
meenemen aportar; llevar; traer amenermener d’un lieu à un autre.
meenemen traer; llevar; aportar apporterporter quelque chose à quelqu’un. usage L’objet du verbe apporter est toujours un inanimé.
meenemen juntar; ensamblar assemblermettre ensemble.
meenemen llevar; llevarse emmener — Mener hors du lieu où l’on est vers un autre lieu.
meenemen coleccionar; acumular; reunir; juntar rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.

Verwante vertalingen van meenemen