Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. met opzet kapotmaken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor met opzet kapotmaken (Nederlands) in het Spaans

met opzet kapotmaken:

met opzet kapotmaken werkwoord

  1. met opzet kapotmaken (breken)
    romper; estallar; quebrar; fracturar

Vertaal Matrix voor met opzet kapotmaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quebrar knakken
romper afbraak; inscheuren; kapotmaken; knakken; sloop; verscheuring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estallar breken; met opzet kapotmaken aan stukken springen; aanleren; afsnauwen; barsten; eigen maken; exploderen; klappen; knallen; kwakken; leren; losbarsten; losbranden; losbreken; losspringen; neerkwakken; neerploffen; ontploffen; openbranden; openspringen; oppikken; opsteken; over iets springen; ploffen; smakken; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten; uitvallen tegen; vanaf springen; verwerven
fracturar breken; met opzet kapotmaken aan stukken breken; barsten; breken; kapot gaan; kapotgaan; kapotmaken; losspringen; moeren; mollen; onklaar raken; openspringen; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan
quebrar breken; met opzet kapotmaken aan stukken breken; afbreken; barsten; begeven; beëindigen; breken; flippen; forceren; in stukken breken; ingooien; kapot gaan; kapotbreken; kapotgaan; knakken; losspringen; onklaar raken; ontbinden; openspringen; opheffen; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan; stukmaken; verbreken; verbrijzelen
romper breken; met opzet kapotmaken aan stukken breken; afbreken; barsten; beëindigen; binnenbreken; breken; fijnmaken; forceren; in stukken breken; ingooien; inhakken; inhouwen; kapot gaan; kapot maken; kapot scheuren; kapotbreken; kapotgaan; kapotgooien; kapotmaken; knappen; losrukken; losscheuren; losspringen; lostrekken; moeren; mollen; onklaar raken; ontbinden; openspringen; opheffen; platdrukken; ruineren; slechten; slopen; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan; stukgooien; stukmaken; verbreken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; vernielen; vernietigen; verpletteren; verscheuren; verwoesten

Verwante vertalingen van met opzet kapotmaken