Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. mik:
  2. mikken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mik (Nederlands) in het Spaans

mik:

mik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mik
    el trozo
    • trozo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trozo mik aandeel; brok; brokje; deel; groot en dik stuk; homp; kleine brok; klont; mondvol; part; suikerklontje

Verwante woorden van "mik":


Wiktionary: mik


Cross Translation:
FromToVia
mik pan pain — Aliment

mikken:

mikken werkwoord (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)

  1. mikken (in een bep. richting plaatsen; richten)
    apuntar; alinear
  2. mikken (gericht werpen)
    apuntar

Conjugations for mikken:

o.t.t.
  1. mik
  2. mikt
  3. mikt
  4. mikken
  5. mikken
  6. mikken
o.v.t.
  1. mikte
  2. mikte
  3. mikte
  4. mikten
  5. mikten
  6. mikten
v.t.t.
  1. heb gemikt
  2. hebt gemikt
  3. heeft gemikt
  4. hebben gemikt
  5. hebben gemikt
  6. hebben gemikt
v.v.t.
  1. had gemikt
  2. had gemikt
  3. had gemikt
  4. hadden gemikt
  5. hadden gemikt
  6. hadden gemikt
o.t.t.t.
  1. zal mikken
  2. zult mikken
  3. zal mikken
  4. zullen mikken
  5. zullen mikken
  6. zullen mikken
o.v.t.t.
  1. zou mikken
  2. zou mikken
  3. zou mikken
  4. zouden mikken
  5. zouden mikken
  6. zouden mikken
diversen
  1. mik!
  2. mikt!
  3. gemikt
  4. mikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor mikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alinear in een bep. richting plaatsen; mikken; richten gelijkrichten; in goede banen leiden; richten; uitbalanceren; uitlijnen
apuntar gericht werpen; in een bep. richting plaatsen; mikken; richten aanstrepen; aantekenen; aanwijzen; afvinken; boeken; inboeken; krieken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen; vinken; voorzeggen

Verwante woorden van "mikken":


Wiktionary: mikken


Cross Translation:
FromToVia
mikken querer decir; apuntar a; aspirar a; tender viser — Traductions à trier suivant le sens