Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. misdragen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor misdragen (Nederlands) in het Spaans

misdragen:

misdragen werkwoord (misdraag, misdraagt, misdroeg, misdroegen, misdragen)

  1. misdragen

Conjugations for misdragen:

o.t.t.
  1. misdraag
  2. misdraagt
  3. misdraagt
  4. misdragen
  5. misdragen
  6. misdragen
o.v.t.
  1. misdroeg
  2. misdroeg
  3. misdroeg
  4. misdroegen
  5. misdroegen
  6. misdroegen
v.t.t.
  1. heb misdragen
  2. hebt misdragen
  3. heeft misdragen
  4. hebben misdragen
  5. hebben misdragen
  6. hebben misdragen
v.v.t.
  1. had misdragen
  2. had misdragen
  3. had misdragen
  4. hadden misdragen
  5. hadden misdragen
  6. hadden misdragen
o.t.t.t.
  1. zal misdragen
  2. zult misdragen
  3. zal misdragen
  4. zullen misdragen
  5. zullen misdragen
  6. zullen misdragen
o.v.t.t.
  1. zou misdragen
  2. zou misdragen
  3. zou misdragen
  4. zouden misdragen
  5. zouden misdragen
  6. zouden misdragen
diversen
  1. misdraag!
  2. misdraagt!
  3. misdragen
  4. midragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor misdragen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer mal misdragen aandoen; aanmodderen; afbakenen; afpalen; afzetten; bedotten; begrenzen; belasteren; benadelen; broddelen; duperen; grieven; iets misdoen; kladden; knauwen; knoeien; krenken; kwaad doen; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; misdrijven; morsen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; neppen; omlijnen; pijn bezorgen; pijn doen; prutsen; rommelen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; tillen; vlekken; zeer doen
mal comportarse misdragen iets misdoen
portarse mal misdragen iets misdoen; zich misdragen

Verwante vertalingen van misdragen