Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor montage (Nederlands) in het Spaans

montage:

montage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de montage (samenstelling; assemblage; assembleren; samenvoeging)
    el ensamblaje; la instalación; la construcción; la fijación; la composición; la compilación; la clasificación
  2. de montage (filmmontage)
    el montaje; la montadura

Vertaal Matrix voor montage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasificación assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging annexatie; arrangement; classificatie; hiërarchie; indeling; inlijving; karakterisering; klassement; klassenindeling; klassering; opstelling; ordening; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; schikking; typering; volgorde
compilación assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging accumulatie; allegaartje; compilatie; massa; mengelmoes; opbouw; opeenhoping; ophoping; ordening; organisatie; samenraapsel; samenstelling; selectie; sortering; stel; structuur; systeem; verzamelband; verzamelbundel; verzameling; verzamelwerk
composición assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging bouw; constructie; design; onderdelen; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; vormgeving
construcción assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aanleggen; bouw; bouwsector; bouwsel; bouwwerk; combinatie; constructie; fabricage; gebouw; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; pand; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; systeem
ensamblaje assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanvoeging; bijeenlegging; bond; broederschap; genootschap; koppeling; las; samenvoeging; sociëteit; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding; vereniging
fijación assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aanhechting; affirmatie; bevestiging; definiëring; dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; het bevestigen; het vastmaken; idee-fixe; maatregel; omschrijving; schikking; voorziening
instalación assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aanleggen; aanstelling; benoeming; beëdiging; faciliteit; installatie; montages
montadura filmmontage; montage montering
montaje filmmontage; montage aanvoeging; bijeenlegging; montering; samenvoeging; schakelschema's
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
compilación build

Verwante woorden van "montage":


Wiktionary: montage

montage
noun
  1. het monteren