Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- normaliter:
-
Wiktionary:
- normaliter → de costumbre, normalmente
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor normaliter (Nederlands) in het Spaans
normaliter:
-
normaliter (doorgaans; meestal; algemeen; gewoonlijk; over het algemeen; gemeenlijk; merendeels)
en general; generalmente; habitualmente; en su mayoría; mayoritariamente; comúnmente; ordinariamente; por lo común; en la mayoría-
en general bijvoeglijk naamwoord
-
generalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitualmente bijvoeglijk naamwoord
-
en su mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
ordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
por lo común bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor normaliter:
Wiktionary: normaliter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• normaliter | → de costumbre; normalmente | ↔ normally — under normal conditions or circumstances; usually; most of the time |