Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. offeren:
  2. offer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor offeren (Nederlands) in het Spaans

offeren:

offeren werkwoord (offer, offert, offerde, offerden, geofferd)

  1. offeren
    ofrecer; sacrificar; inmolar; ofrendar

Conjugations for offeren:

o.t.t.
  1. offer
  2. offert
  3. offert
  4. offeren
  5. offeren
  6. offeren
o.v.t.
  1. offerde
  2. offerde
  3. offerde
  4. offerden
  5. offerden
  6. offerden
v.t.t.
  1. heb geofferd
  2. hebt geofferd
  3. heeft geofferd
  4. hebben geofferd
  5. hebben geofferd
  6. hebben geofferd
v.v.t.
  1. had geofferd
  2. had geofferd
  3. had geofferd
  4. hadden geofferd
  5. hadden geofferd
  6. hadden geofferd
o.t.t.t.
  1. zal offeren
  2. zult offeren
  3. zal offeren
  4. zullen offeren
  5. zullen offeren
  6. zullen offeren
o.v.t.t.
  1. zou offeren
  2. zou offeren
  3. zou offeren
  4. zouden offeren
  5. zouden offeren
  6. zouden offeren
en verder
  1. ben geofferd
  2. bent geofferd
  3. is geofferd
  4. zijn geofferd
  5. zijn geofferd
  6. zijn geofferd
diversen
  1. offer!
  2. offert!
  3. geofferd
  4. offerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

offeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. offeren
    el sacrificio; la ofrenda

Vertaal Matrix voor offeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ofrenda offeren offer; offerande; opoffering
sacrificio offeren offer; offerande; opoffering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inmolar offeren opgeven; opofferen; prijsgeven
ofrecer offeren aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; beloven; bieden; geven; indienen; laten zien; offreren; opgeven; opofferen; overgeven; overhandigen; presenteren; prijsgeven; toesteken; toezeggen; tonen; uitloven; voorleggen
ofrendar offeren opgeven; opofferen; prijsgeven
sacrificar offeren opgeven; opofferen; overleveren; prijsgeven; slachten

Verwante woorden van "offeren":


Wiktionary: offeren


Cross Translation:
FromToVia
offeren sacrificar; inmolar immolate — kill as sacrifice
offeren sacrificar sacrifice — to offer as a gift to a deity
offeren sacrificar sacrifice — to give away something valuable in order to gain something else of value
offeren ofrecer; regalar; ofertar; ofrendar offrirprésenter quelque chose à quelqu’un, souhaiter qu’il l’accepter.
offeren sacrificar; ofrendar sacrifier — Traductions à trier suivant le sens

offeren vorm van offer:

offer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het offer (offerande)
    la ofrenda; la oblación; el sacrificio
  2. het offer (opoffering)
    el sacrificio; la ofrenda

Vertaal Matrix voor offer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oblación offer; offerande
ofrenda offer; offerande; opoffering offeren
sacrificio offer; offerande; opoffering offeren

Verwante woorden van "offer":

  • offeren, offers, offertje, offertjes

Wiktionary: offer

offer
noun
  1. een gave aan een godheid

Cross Translation:
FromToVia
offer sacrificio sacrifice — something sacrificed