Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. officieel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor officieel (Nederlands) in het Spaans

officieel:

officieel bijvoeglijk naamwoord

  1. officieel (ambtelijk; formeel)
    oficial; formal; formalmente; oficialmente; convencional; convencionalmente; administrativo

Vertaal Matrix voor officieel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrativo kantoorbediende; klerk
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- formeel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrativo ambtelijk; formeel; officieel
convencional ambtelijk; formeel; officieel conventioneel; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie; vormelijk
convencionalmente ambtelijk; formeel; officieel vormelijk
formal ambtelijk; formeel; officieel aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; statig; verheven; voornaam; vormelijk; waardig
formalmente ambtelijk; formeel; officieel vormelijk
oficial ambtelijk; formeel; officieel vormelijk
oficialmente ambtelijk; formeel; officieel vormelijk

Synoniemen voor "officieel":


Verwante definities voor "officieel":

  1. zoals het eigenlijk hoort1
    • hij gedraagt zich altijd erg officieel1
  2. goedgekeurd door wie bevoegd is1
    • hier volgt een officiële mededeling van de directie1

Wiktionary: officieel

officieel
adjective
  1. erkend door bevoegd gezag

Cross Translation:
FromToVia
officieel oficial official — relating to an office; especially, to a subordinate executive officer or attendant
officieel oficialmente officially — in an official manner

Verwante vertalingen van officieel