Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omtrekken (Nederlands) in het Spaans

omtrekken:

omtrekken werkwoord (trek om, trekt om, trok om, trokken om, omgetrokken)

  1. omtrekken
    abrazar; abarcar; envolver; contornear

Conjugations for omtrekken:

o.t.t.
  1. trek om
  2. trekt om
  3. trekt om
  4. trekken om
  5. trekken om
  6. trekken om
o.v.t.
  1. trok om
  2. trok om
  3. trok om
  4. trokken om
  5. trokken om
  6. trokken om
v.t.t.
  1. heb omgetrokken
  2. hebt omgetrokken
  3. heeft omgetrokken
  4. hebben omgetrokken
  5. hebben omgetrokken
  6. hebben omgetrokken
v.v.t.
  1. had omgetrokken
  2. had omgetrokken
  3. had omgetrokken
  4. hadden omgetrokken
  5. hadden omgetrokken
  6. hadden omgetrokken
o.t.t.t.
  1. zal omtrekken
  2. zult omtrekken
  3. zal omtrekken
  4. zullen omtrekken
  5. zullen omtrekken
  6. zullen omtrekken
o.v.t.t.
  1. zou omtrekken
  2. zou omtrekken
  3. zou omtrekken
  4. zouden omtrekken
  5. zouden omtrekken
  6. zouden omtrekken
en verder
  1. ben omgetrokken
  2. bent omgetrokken
  3. is omgetrokken
  4. zijn omgetrokken
  5. zijn omgetrokken
  6. zijn omgetrokken
diversen
  1. trek om!
  2. trekt om!
  3. omgetrokken
  4. omtrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omtrekken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abarcar omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; met handen omvatten; omspannen; omvatten; toevoegen
abrazar omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; knuffelen; knuffen; kozen; kroelen met iemand; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; toevoegen; zich omdraaien
contornear omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; omvatten; toevoegen
envolver omtrekken beperken; bijsluiten; bijvoegen; compliceren; draperen; emballeren; indammen; ingewikkeld maken; inkapselen; inpakken; inperken; insluiten; inwikkelen; limiteren; met handen omvatten; met stof behangen; moeilijk maken; om het lijf binden; ombinden; omgeven; omringen; omspannen; omvatten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; verpakken; wikkelen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
envolver erbij betrekken; verwikkelen

Verwante woorden van "omtrekken":


omtrekken vorm van omtrek:

omtrek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omtrek (vorm)
    el marco; el borde
    • marco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • borde [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de omtrek (omgeving; omstreek)
    el entorno; el alrededores; la proximidades; la cercanías
  3. de omtrek (afmeting van omlijning)
    la circunferencia; el perímetro; el contorno; el límite
  4. de omtrek (omlijning; contour)
    el contorno

Vertaal Matrix voor omtrek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alrededores omgeving; omstreek; omtrek omgevingen; omstreken
borde omtrek; vorm band; boekdeel; boord; boordsel; deel; flank; galon; geluidsniveau; gootlijst; haarband; haarlint; halskraag; kader; kant; koers; kraag; kranslijst; lijst; lint; omranding; omzoming; oplegsel; passement; rand; randje; route; schilderijlijst; vleugel van een gebouw; volume; wal; waterkant; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant; zoom
cercanías omgeving; omstreek; omtrek omstreken
circunferencia afmeting van omlijning; omtrek cirkelomtrek
contorno afmeting van omlijning; contour; omlijning; omtrek profiel
entorno omgeving; omstreek; omtrek omgeving
límite afmeting van omlijning; omtrek bandbreedtebeperking; begrenzing; grens; grenswaarde; lijn; limiet; netwerkbandbreedtebeperking; schreef; uiterste
marco omtrek; vorm allegaartje; boordsel; frame; galon; geraamte; gezichtsmasker; graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; ijk; ijking; indicator; kozijn; kroonlijst; mark; mengelmoes; omzoming; oplegsel; passement; raamwerk; rand; samenraapsel; skelet; vensterkozijn; zoom
perímetro afmeting van omlijning; omtrek
proximidades omgeving; omstreek; omtrek omstreken
- omgeving
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
borde rand
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
límite maximale

Verwante woorden van "omtrek":


Synoniemen voor "omtrek":


Verwante definities voor "omtrek":

  1. gebied om iets heen1
    • in de wijde omtrek zie je geen huis1
  2. buitenste lijn1
    • hij tekent de omtrek van een paard1

Wiktionary: omtrek

omtrek
noun
  1. de lengte van een gesloten kromme
  2. het gebied rondom een bepaalde plaats

Cross Translation:
FromToVia
omtrek circunferencia circumference — line that bounds a circle or other two-dimensional object
omtrek circunferencia circumference — length of such line
omtrek circunferencia girth — the distance measured around an object
omtrek contorno outline — outer shape of an object or figure
omtrek perímetro perimeter — sum of the distance of all the lengths of the sides of an object
omtrek perímetro UmfangGeometrie: Länge des Randes einer Fläche
omtrek circunferencia circonférencecontour d’un cercle.