Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onthalen:
  2. onthaal:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onthalen (Nederlands) in het Spaans

onthalen:

onthalen werkwoord (onthaal, onthaalt, onthaalde, onthaalden, onthaald)

  1. onthalen (ontvangen; binnenhalen; vergasten)
    recibir; acoger

Conjugations for onthalen:

o.t.t.
  1. onthaal
  2. onthaalt
  3. onthaalt
  4. onthalen
  5. onthalen
  6. onthalen
o.v.t.
  1. onthaalde
  2. onthaalde
  3. onthaalde
  4. onthaalden
  5. onthaalden
  6. onthaalden
v.t.t.
  1. heb onthaald
  2. hebt onthaald
  3. heeft onthaald
  4. hebben onthaald
  5. hebben onthaald
  6. hebben onthaald
v.v.t.
  1. had onthaald
  2. had onthaald
  3. had onthaald
  4. hadden onthaald
  5. hadden onthaald
  6. hadden onthaald
o.t.t.t.
  1. zal onthalen
  2. zult onthalen
  3. zal onthalen
  4. zullen onthalen
  5. zullen onthalen
  6. zullen onthalen
o.v.t.t.
  1. zou onthalen
  2. zou onthalen
  3. zou onthalen
  4. zouden onthalen
  5. zouden onthalen
  6. zouden onthalen
en verder
  1. ben onthaald
  2. bent onthaald
  3. is onthaald
  4. zijn onthaald
  5. zijn onthaald
  6. zijn onthaald
diversen
  1. onthaal!
  2. onthaalt!
  3. onthaald
  4. onthalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor onthalen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acoger binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten absorberen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; opnemen; opslorpen; opslurpen; opvangen
recibir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; eigen maken; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; kennis opdoen; kopen; krijgen; leren; meekrijgen; meepikken; ontvangen; oppikken; opsteken; opstrijken; verkrijgen; verwelkomen; verwerven; welkom heten

Verwante woorden van "onthalen":


Wiktionary: onthalen

onthalen
verb
  1. iemand gastvrij verwelkomen

Cross Translation:
FromToVia
onthalen regalar regale — To provide a meal and entertainment
onthalen obsequiar; regalar régalerdonner un régal, offrir un plaisir de table.

onthaal:

onthaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het onthaal (ontvangst)
    el recibimiento; la recepción; la acogida

Vertaal Matrix voor onthaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acogida onthaal; ontvangst begroeting; groet; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; opname; opvang; receptie; reçu; saluut; verwelkoming; welkomstgroet
recepción onthaal; ontvangst balie; borrel; counter; informele receptie; instuif; ontvangst; ontvangstbewijs; receptie; reçu; toelating; toog; toonbank; verwelkoming
recibimiento onthaal; ontvangst kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu

Verwante woorden van "onthaal":


Verwante vertalingen van onthalen