Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ontsteldheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontsteldheid (Nederlands) in het Spaans

ontsteldheid:

ontsteldheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontsteldheid (verbouwereerdheid; verbijstering)
    el asombro; la confusión; la perplejidad

Vertaal Matrix voor ontsteldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asombro ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid bevreemding; onthutsing; verrassing; versteldheid; verwondering
confusión ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid beduusdheid; onbestembaarheid; ontreddering; soepzootje; spreekfout; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zooitje
perplejidad ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid verwardheid; verwarring