Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opdelven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdelven (Nederlands) in het Spaans

opdelven:

opdelven werkwoord

  1. opdelven (opgraven; graven; scheppen)

Vertaal Matrix voor opdelven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desarrollar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concebir graven; opdelven; opgraven; scheppen begrijpen; beseffen; broeden; concipiëren; doorzien; in het leven roepen; inrichten; installeren; inzien; maken; met het verstand vatten; onderkennen; opvatten; realiseren; scheppen; snappen; uitbroeden; warmhouden
convertirse en graven; opdelven; opgraven; scheppen afwisselen; evolueren; herzien; in het leven roepen; maken; ontstaan; ontwikkelen; oprijzen; rijzen; scheppen; veranderen; verwisselen; voortkomen; wijzigen; worden
desarrollar graven; opdelven; opgraven; scheppen afwisselen; bewerkstelligen; geschikt maken voor bebouwing; herzien; in het leven roepen; maken; ontginnen; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; opfleuren; realiseren; scheppen; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; uiteenvouwen; veranderen; verwerkelijken; verwezenlijken; verwisselen; wijzigen
desarrollarse graven; opdelven; opgraven; scheppen afwisselen; evolueren; herzien; ontluiken; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; plaatsen; situeren; tot wasdom komen; veranderen; verwisselen; wijzigen; zich afspelen; zich ontsluiten
desplegar graven; opdelven; opgraven; scheppen afwisselen; bikken; distribueren; eten; geuren; herzien; losgooien; loswerpen; naar binnen werken; nader verklaren; ontvouwen; ontwikkelen; openspreiden; openvouwen; pralen; pronken; ronddelen; spreiden; te kijk lopen met; toelichten; tot ontwikkeling brengen; uitbeitelen; uitbikken; uiteenzetten; uitklappen; uitleggen; uitreiken; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; veranderen; verdelen; verduidelijken; verwisselen; wijzigen