Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opgepoetst:
  2. oppoetsen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgepoetst (Nederlands) in het Spaans

opgepoetst:

opgepoetst bijvoeglijk naamwoord

  1. opgepoetst (gepoetst; gepolijst)
    pulido
    • pulido bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor opgepoetst:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pulido gepoetst; gepolijst; opgepoetst elegant; gelikt; gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen; gladjanusachtig; sierlijk

oppoetsen:

oppoetsen werkwoord (poets op, poetst op, poetste op, poetsten op, opgepoetst)

  1. oppoetsen (opblinken; wrijven; poetsen; opwrijven)
    lustrar; abrillantar; pulir; encerar; dar brillo; bruñir; dar lustre

Conjugations for oppoetsen:

o.t.t.
  1. poets op
  2. poetst op
  3. poetst op
  4. poetsen op
  5. poetsen op
  6. poetsen op
o.v.t.
  1. poetste op
  2. poetste op
  3. poetste op
  4. poetsten op
  5. poetsten op
  6. poetsten op
v.t.t.
  1. heb opgepoetst
  2. hebt opgepoetst
  3. heeft opgepoetst
  4. hebben opgepoetst
  5. hebben opgepoetst
  6. hebben opgepoetst
v.v.t.
  1. had opgepoetst
  2. had opgepoetst
  3. had opgepoetst
  4. hadden opgepoetst
  5. hadden opgepoetst
  6. hadden opgepoetst
o.t.t.t.
  1. zal oppoetsen
  2. zult oppoetsen
  3. zal oppoetsen
  4. zullen oppoetsen
  5. zullen oppoetsen
  6. zullen oppoetsen
o.v.t.t.
  1. zou oppoetsen
  2. zou oppoetsen
  3. zou oppoetsen
  4. zouden oppoetsen
  5. zouden oppoetsen
  6. zouden oppoetsen
en verder
  1. ben opgepoetst
  2. bent opgepoetst
  3. is opgepoetst
  4. zijn opgepoetst
  5. zijn opgepoetst
  6. zijn opgepoetst
diversen
  1. poets op!
  2. poetst op!
  3. opgepoetst
  4. oppoetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oppoetsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrillantar opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven bijschaven; fonkelen; gladmaken; gladwrijven; glimmen; glinsteren; opdirken; opdoffen; optutten; perfectioneren; politoeren; uitdossen
bruñir opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven gladmaken; gladwrijven; opdirken; opdoffen; optutten; polijsten; uitdossen
dar brillo opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven gladmaken; gladwrijven; politoeren
dar lustre opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven gladmaken; gladwrijven; politoeren
encerar opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven gladmaken; gladwrijven; in de was zetten; insmeren; politoeren; uitwrijven
lustrar opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven gladmaken; gladwrijven; politoeren
pulir opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven afbedelen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; kapot maken; opdirken; opdoffen; optutten; polijsten; politoeren; scherp maken; slechten; slijpen; uitdossen; uitslijpen; wegslijpen

Wiktionary: oppoetsen


Cross Translation:
FromToVia
oppoetsen pulir; acicalar polish — make a surface smooth or shiny