Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opkweken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opkweken (Nederlands) in het Spaans

opkweken:

opkweken werkwoord (kweek op, kweekt op, kweekte op, kweekten op, opgekweekt)

  1. opkweken (telen; kweken; fokken; )
    cultivar; generar; criar; plantar; fomentar; originar; engendrar

Conjugations for opkweken:

o.t.t.
  1. kweek op
  2. kweekt op
  3. kweekt op
  4. kweken op
  5. kweken op
  6. kweken op
o.v.t.
  1. kweekte op
  2. kweekte op
  3. kweekte op
  4. kweekten op
  5. kweekten op
  6. kweekten op
v.t.t.
  1. heb opgekweekt
  2. hebt opgekweekt
  3. heeft opgekweekt
  4. hebben opgekweekt
  5. hebben opgekweekt
  6. hebben opgekweekt
v.v.t.
  1. had opgekweekt
  2. had opgekweekt
  3. had opgekweekt
  4. hadden opgekweekt
  5. hadden opgekweekt
  6. hadden opgekweekt
o.t.t.t.
  1. zal opkweken
  2. zult opkweken
  3. zal opkweken
  4. zullen opkweken
  5. zullen opkweken
  6. zullen opkweken
o.v.t.t.
  1. zou opkweken
  2. zou opkweken
  3. zou opkweken
  4. zouden opkweken
  5. zouden opkweken
  6. zouden opkweken
en verder
  1. ben opgekweekt
  2. bent opgekweekt
  3. is opgekweekt
  4. zijn opgekweekt
  5. zijn opgekweekt
  6. zijn opgekweekt
diversen
  1. kweek op!
  2. kweekt op!
  3. opgekweekt
  4. opkwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opkweken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
engendrar provoceren; uitlokken
fomentar bevorderen; cultiveren; stimuleren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; grootbrengen; opvoeden; vormen; zogen
cultivar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen bebouwen; broeden; geschikt maken voor bebouwing; ontginnen; ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen; uitbroeden; warmhouden
engendrar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanzetten tot; broeden; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opjutten; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; uitbroeden; verwekken; warmhouden
fomentar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen aanroeren; aanstippen; even aanraken; iets aanstoken; toucheren
generar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen
originar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen broeden; losmaken; teweegbrengen; uitbroeden; verwekken; warmhouden
plantar aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen aardappelen poten; beplanten; in de grond zetten; planten; poten