Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ouderling (Nederlands) in het Spaans

ouderling:

ouderling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ouderling
    el anciano; la tutela de la iglesia; el consejero parroquial; la tutela eclesiástica; la tutela religiosa

Vertaal Matrix voor ouderling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anciano ouderling 65-plusser; AOWer; bejaarde; gepensioneerde; grijsaard; grijskop; oudere; ouwe; vijfenzestigplusser
consejero parroquial ouderling
tutela de la iglesia ouderling
tutela eclesiástica ouderling
tutela religiosa ouderling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anciano bejaard; hoogbejaard; oud; oudere; ouwelijk; stokoud; zeer oud

Verwante woorden van "ouderling":

  • ouderlingen