Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overbelasten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overbelasten (Nederlands) in het Spaans

overbelasten:

overbelasten werkwoord (overbelast, overbelastte, overbelastten, overbelast)

  1. overbelasten (forceren)
    forzar; forzarse

Conjugations for overbelasten:

o.t.t.
  1. overbelast
  2. overbelast
  3. overbelast
  4. overbelasten
  5. overbelasten
  6. overbelasten
o.v.t.
  1. overbelastte
  2. overbelastte
  3. overbelastte
  4. overbelastten
  5. overbelastten
  6. overbelastten
v.t.t.
  1. ben overbelast
  2. bent overbelast
  3. is overbelast
  4. zijn overbelast
  5. zijn overbelast
  6. zijn overbelast
v.v.t.
  1. was overbelast
  2. was overbelast
  3. was overbelast
  4. waren overbelast
  5. waren overbelast
  6. waren overbelast
o.t.t.t.
  1. zal overbelasten
  2. zult overbelasten
  3. zal overbelasten
  4. zullen overbelasten
  5. zullen overbelasten
  6. zullen overbelasten
o.v.t.t.
  1. zou overbelasten
  2. zou overbelasten
  3. zou overbelasten
  4. zouden overbelasten
  5. zouden overbelasten
  6. zouden overbelasten
en verder
  1. heb overbelast
  2. hebt overbelast
  3. heeft overbelast
  4. hebben overbelast
  5. hebben overbelast
  6. hebben overbelast
diversen
  1. overbelast!
  2. overbelast!
  3. overbelast
  4. overbelastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overbelasten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forzar forceren; overbelasten afdwingen; doordrijven; dwingen; forceren; geweld gebruiken; kraken; losbreken; noodzaken tot; onteren; ontwijden; openbreken; openrukken; opentrappen
forzarse forceren; overbelasten doordrijven; dwingen; forceren