Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overdekt:
  2. overdekken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overdekt (Nederlands) in het Spaans

overdekt:

overdekt bijvoeglijk naamwoord

  1. overdekt
    cubierto

Vertaal Matrix voor overdekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubierto briefomslag; couvert; envelop; maaltijdgang
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubierto overdekt afgedekt; bedekt; bekleed; gecovered; gedekt; gesluierd; gestoffeerd; gezekerd; ingedekt; omfloerst; overkapt

overdekken:

overdekken werkwoord (overdek, overdekt, overdekte, overdekten, overdekt)

  1. overdekken
    cubrir; recubrir

Conjugations for overdekken:

o.t.t.
  1. overdek
  2. overdekt
  3. overdekt
  4. overdekken
  5. overdekken
  6. overdekken
o.v.t.
  1. overdekte
  2. overdekte
  3. overdekte
  4. overdekten
  5. overdekten
  6. overdekten
v.t.t.
  1. heb overdekt
  2. hebt overdekt
  3. heeft overdekt
  4. hebben overdekt
  5. hebben overdekt
  6. hebben overdekt
v.v.t.
  1. had overdekt
  2. had overdekt
  3. had overdekt
  4. hadden overdekt
  5. hadden overdekt
  6. hadden overdekt
o.t.t.t.
  1. zal overdekken
  2. zult overdekken
  3. zal overdekken
  4. zullen overdekken
  5. zullen overdekken
  6. zullen overdekken
o.v.t.t.
  1. zou overdekken
  2. zou overdekken
  3. zou overdekken
  4. zouden overdekken
  5. zouden overdekken
  6. zouden overdekken
en verder
  1. is overdekt
  2. zijn overdekt
diversen
  1. overdek!
  2. overdekt!
  3. overdekt
  4. overdekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overdekken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubrir bedekken; beslaan; indekken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubrir overdekken afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; blinderen; dekken; dichtgooien; draperen; gladstrijken; hullen; inhullen; insluiten; maskeren; met stof behangen; omhullen; omvatten; overheen trekken; overkappen; overtrekken; overwelven; stofferen; strijken; toestoppen; toevoegen; van bekleding voorzien; verhullen; versluieren
recubrir overdekken bedekken; bekleden; calqueren; dekken; met pen overtekenen; overkappen; overtrekken; overwelven
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubrir bedekken; met iets bestrijken