Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overheerser:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overheerser (Nederlands) in het Spaans

overheerser:

overheerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overheerser (tiran; despoot)
    el tirano; el déspota
    • tirano [el ~] zelfstandig naamwoord
    • déspota [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de overheerser (overweldiger)
    el soberano; el usurpador

Vertaal Matrix voor overheerser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déspota despoot; overheerser; tiran despoot; despote; dwingeland; dwingelande; woesteling
soberano overheerser; overweldiger alleenheerser; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gouverneur; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; landvoogd; machthebber; monarch; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent; vorst
tirano despoot; overheerser; tiran woesteling
usurpador overheerser; overweldiger usurpator
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soberano aanzienlijk; aristocratisch; deftig; gedistingeerd; koninklijk; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk

Verwante woorden van "overheerser":

  • overheersers