Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overlappen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overlappen (Nederlands) in het Spaans

overlappen:

overlappen werkwoord (overlap, overlapt, overlapte, overlapten, overlapt)

  1. overlappen
  2. overlappen

Conjugations for overlappen:

o.t.t.
  1. overlap
  2. overlapt
  3. overlapt
  4. overlappen
  5. overlappen
  6. overlappen
o.v.t.
  1. overlapte
  2. overlapte
  3. overlapte
  4. overlapten
  5. overlapten
  6. overlapten
v.t.t.
  1. heb overlapt
  2. hebt overlapt
  3. heeft overlapt
  4. hebben overlapt
  5. hebben overlapt
  6. hebben overlapt
v.v.t.
  1. had overlapt
  2. had overlapt
  3. had overlapt
  4. hadden overlapt
  5. hadden overlapt
  6. hadden overlapt
o.t.t.t.
  1. zal overlappen
  2. zult overlappen
  3. zal overlappen
  4. zullen overlappen
  5. zullen overlappen
  6. zullen overlappen
o.v.t.t.
  1. zou overlappen
  2. zou overlappen
  3. zou overlappen
  4. zouden overlappen
  5. zouden overlappen
  6. zouden overlappen
en verder
  1. is overlapt
  2. zijn overlapt
diversen
  1. overlap!
  2. overlapt!
  3. overlapt
  4. overlappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overlappen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aplicar reventado overlappen
sobreponer overlappen

Verwante woorden van "overlappen":

  • overlap

Wiktionary: overlappen


Cross Translation:
FromToVia
overlappen coincidir conflict — overlap with, as in a schedule

overlap:


Verwante woorden van "overlap":