Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overlopen:
  2. overloop:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overlopen (Nederlands) in het Spaans

overlopen:

overlopen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overlopen (oversteken)
    el atravesar; el cruzar
    • atravesar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cruzar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overlopen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overlopen; oversteken
cruzar overlopen; oversteken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar doorbreken; doorhakken; doorheen reizen; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; doorvaren; dwars oversteken; in tweeën houwen; klieven; kloven; overgaan; oversteken; reizen door
cruzar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; dwars oversteken; een kruis slaan; in tweeën houwen; keperen; klieven; kloven; kruisen; opkruisen; oplaveren; overgaan; oversteken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overspannen; overwerkt

Verwante woorden van "overlopen":


Wiktionary: overlopen


Cross Translation:
FromToVia
overlopen pasarse; desertar defect — to abandon; to change one's loyalty

overloop:

overloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overloop (verbindingsgang; hal; portaal)
    el rellano; el descansillo

Vertaal Matrix voor overloop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descansillo hal; overloop; portaal; verbindingsgang
rellano hal; overloop; portaal; verbindingsgang

Verwante woorden van "overloop":


Wiktionary: overloop


Cross Translation:
FromToVia
overloop rellano landing — an in-between platform
overloop pasillo; corredor couloir — Passage long et étroit (sens général)

Verwante vertalingen van overlopen