Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overschrijven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overschrijven (Nederlands) in het Spaans

overschrijven:

overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)

  1. overschrijven (geld overmaken; overboeken; overzenden)
    transferir; pasar; remitir; transcribir; pagar; depositar; transmitir
  2. overschrijven (kopiëren)
    copiar
  3. overschrijven
    invalidar
  4. overschrijven

Conjugations for overschrijven:

o.t.t.
  1. overschrijf
  2. overschrijft
  3. overschrijft
  4. overschrijven
  5. overschrijven
  6. overschrijven
o.v.t.
  1. overschreef
  2. overschreef
  3. overschreef
  4. overschreven
  5. overschreven
  6. overschreven
v.t.t.
  1. heb overschreven
  2. hebt overschreven
  3. heeft overschreven
  4. hebben overschreven
  5. hebben overschreven
  6. hebben overschreven
v.v.t.
  1. had overschreven
  2. had overschreven
  3. had overschreven
  4. hadden overschreven
  5. hadden overschreven
  6. hadden overschreven
o.t.t.t.
  1. zal overschrijven
  2. zult overschrijven
  3. zal overschrijven
  4. zullen overschrijven
  5. zullen overschrijven
  6. zullen overschrijven
o.v.t.t.
  1. zou overschrijven
  2. zou overschrijven
  3. zou overschrijven
  4. zouden overschrijven
  5. zouden overschrijven
  6. zouden overschrijven
en verder
  1. ben overschreven
  2. bent overschreven
  3. is overschreven
  4. zijn overschreven
  5. zijn overschreven
  6. zijn overschreven
diversen
  1. overschrijf!
  2. overschrijft!
  3. overschreven
  4. overschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overschrijven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. overschrijven (spieken; overkalken; afkijken)
    el usar chuletas; el copiar

Vertaal Matrix voor overschrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiar afkijken; overkalken; overschrijven; spieken overtrekken
depositar neerzetten
pagar boeten
usar chuletas afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiar kopiëren; overschrijven falsificeren; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; nabootsen; namaken; natekenen; naäpen; overtrekken; prenten; vervalsen
depositar geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden afbakenen; afpalen; afzetten; afzien van rechtsvervolging; begrenzen; beknotten; beperken; betrappen; bewaren; bijstorten; bijzetten; deponeren; inleggen; invoegen; laten uitstappen; leggen; neerleggen; neerzetten; omlijnen; op rekening storten; opslaan; plaatsen; seponeren; snappen; stationeren; storten; tussenleggen; verneuken; wegleggen; zetten
invalidar overschrijven delgen; tenietdoen; vernietigen
pagar geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; besteden; betalen; bezoldigen; boeten; deponeren; dokken; gieten; gunnen; honoreren; iets toekennen; lonen; neerleggen; onderuit halen; ophoesten; salariëren; schenken; spenderen; storten; toebedelen; toekennen; toewijzen; uitbetalen; uitgeven; uitkeren; uitstorten; vereffenen; verrekenen; voldoen; voor de dag komen met
pasar geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden aankomen; achteruitgaan; aflopen; afsluiten; bezoeken; bezwijken; dichtdoen; doodgaan; doorgeven; doorhalen; doorkomen; doorspelen; doorvertellen; erdoor komen; gebeuren; geschieden; iemand opzoeken; inhalen; instorten; kapotgaan; langsgaan; langskomen; omkomen; op visite gaan; oprijzen; overgaan; overheen gaan; overheen trekken; overkomen; overlijden; overschrijden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; rijzen; rondbrieven; rondvertellen; sluiten; snel bewegen; sterven; tenondergaan; teruggaan; toedoen; toegaan; toemaken; vergaan; verlopen; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijlopen; voorbijrijden; voordoen; voorvallen; wegrotten; zinken
remitir geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden capituleren; opgeven; opsturen; overgeven; posten; sturen; terugbezorgen; teruggooien; terugsturen; terugwerpen; toezenden; uitleveren; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden; zich overgeven
sobrescribir overschrijven
transcribir geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden bewerken; deponeren; storten; tekst redigeren
transferir geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden anders boeken; delegeren; disloqueren; gireren; overbrengen; overdragen; overhevelen; overplaatsen; overtappen; overzenden; overzetten; per postgiro betalen; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
transmitir geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden aangeven; aanreiken; afgeven; communiceren; delegeren; geven; omroepen; overbrengen; overdragen; overgeven; overhandigen; overleveren; programma uitzenden; toesteken

Synoniemen voor "overschrijven":


Verwante definities voor "overschrijven":

  1. overmaken naar een andere rekening1
    • de giro heeft het bedrag overgeschreven1
  2. het precies zo opschrijven als ergens anders1
    • hij schrijft dit gedicht over1

Wiktionary: overschrijven

overschrijven
verb
  1. geld overmaken

Cross Translation:
FromToVia
overschrijven sobrescribir overwrite — destroy old data