Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overwerken:
  2. overwerk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overwerken (Nederlands) in het Spaans

overwerken:

overwerken werkwoord (werk over, werkt over, werkte over, werkten over, overgewerkt)

  1. overwerken

Conjugations for overwerken:

o.t.t.
  1. werk over
  2. werkt over
  3. werkt over
  4. werken over
  5. werken over
  6. werken over
o.v.t.
  1. werkte over
  2. werkte over
  3. werkte over
  4. werkten over
  5. werkten over
  6. werkten over
v.t.t.
  1. heb overgewerkt
  2. hebt overgewerkt
  3. heeft overgewerkt
  4. hebben overgewerkt
  5. hebben overgewerkt
  6. hebben overgewerkt
v.v.t.
  1. had overgewerkt
  2. had overgewerkt
  3. had overgewerkt
  4. hadden overgewerkt
  5. hadden overgewerkt
  6. hadden overgewerkt
o.t.t.t.
  1. zal overwerken
  2. zult overwerken
  3. zal overwerken
  4. zullen overwerken
  5. zullen overwerken
  6. zullen overwerken
o.v.t.t.
  1. zou overwerken
  2. zou overwerken
  3. zou overwerken
  4. zouden overwerken
  5. zouden overwerken
  6. zouden overwerken
en verder
  1. ben overwerkt
  2. bent overwerkt
  3. is overwerkt
  4. zijn overwerkt
  5. zijn overwerkt
  6. zijn overwerkt
diversen
  1. werk over!
  2. werkt over!
  3. overgewerkt
  4. overwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overwerken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer horas extras overwerken

Verwante woorden van "overwerken":


overwerk:

overwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overwerk (overuur)
    la horas extras; la hora extra

Vertaal Matrix voor overwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hora extra overuur; overwerk
horas extras overuur; overwerk overuren

Verwante woorden van "overwerk":