Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. passaat:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passaat (Nederlands) in het Spaans

passaat:

passaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passaat (passaatwind)
    el alisios; el vientos alisios

Vertaal Matrix voor passaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alisios passaat; passaatwind passaten
vientos alisios passaat; passaatwind passaten

Verwante woorden van "passaat":