Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal pils

Vertaal pils van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

pils:
- cerveza; caña; cojinete; extremo
pil:
- píldora; pastilla
Wiktionary:
- pil → píldora, pastilla
- pil → píldora, pastilla, comprimido, tableta, pastilla anticonceptiva, píldora anticonceptiva

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pils (Nederlands) in het Spaans

pils:

pils [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de pils (licht bier)
la cerveza; la caña; el cojinete; el extremo
- cerveza [la ~] zelfstandig naamwoord
- caña [la ~] zelfstandig naamwoord
- cojinete [el ~] zelfstandig naamwoord
- extremo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pils:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caña	licht bier; pils	hengel; oeverriet; riet; rietstengel; rotan; vishengel; wandelstok
cerveza	licht bier; pils	bier; biertje
cojinete	licht bier; pils
extremo	licht bier; pils	buitenspeler; eindpunt; grens; lagereind; limiet; rand; speler buitenshuis; uiteinde; uiterste; ultra; zoom
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extremo		eindpunt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extremo		bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; enorm; excessief; extravagant; extreem; godgeklaagd; heel erg; hemeltergend; hogelijk; mateloos; ontiegelijk; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; ten zeerste; tomeloos; uitermate; uiterst; ultra; verfoeilijk; week; zeer; zeer ergerlijk; zeerste; zwak

Verwante woorden van "pils":

pil

pils vorm van pil:

pil [de ~] zelfstandig naamwoord

de pil
la píldora; la pastilla
- píldora [la ~] zelfstandig naamwoord
- pastilla [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pastilla	pil	pastille; pilletje; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet; vast geneesmiddel
píldora	pil

Verwante woorden van "pil":

pillen, pils

Verwante definities voor "pil":

geneesmiddel in de vorm van schijfje of bolletje¹
- je moet die pillen innemen, zegt de dokter¹
middel om te voorkomen dat je zwanger wordt¹
- gebruik je de pil?¹

Wiktionary: pil

pil

noun

1
- pil → píldora
2
- pil → píldora; pastilla

Cross Translation:

From	To	Via
• pil	→ píldora; pastilla; comprimido; tableta	↔ pill — small object for swallowing
• pil	→ pastilla; pastilla anticonceptiva; píldora; píldora anticonceptiva	↔ pill — the pill - functions as a contraceptive
• pil	→ píldora	↔ pilule — Gélule

¹Muiswerk Woordenboek