Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. plot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plot (Nederlands) in het Spaans

plot:

plot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plot (verwikkeling; intrige)
    la intriga; el embrollo; el enredo; el lío
    • intriga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • embrollo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • enredo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lío [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embrollo intrige; plot; verwikkeling getob; heisa; rompslomp; toestand; veel gedoe
enredo intrige; plot; verwikkeling chaos; doolhof; geharrewar; gekonkel; heksenketel; intrige; keet; konkelarij; labyrint; puinhoop; regelloosheid; slordigheid; verstrikking; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warnet; wirwar; zooitje; zootje
intriga intrige; plot; verwikkeling gekonkel; intrige; konkelarij
lío intrige; plot; verwikkeling affaire; bos; bundel; complicatie; drukte; gedoe; geharrewar; heisa; krakeel; liaison; liefdesrelatie; omhaal; probleem; relatie; rottigheid; scharrelpartijtje; toestand; verhouding; vrijage

Verwante woorden van "plot":


Wiktionary: plot


Cross Translation:
FromToVia
plot gráfica; diagrama plot — graph or diagram