Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. reproduceren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reproduceren (Nederlands) in het Spaans

reproduceren:

reproduceren werkwoord (reproduceer, reproduceert, reproduceerde, reproduceerden, gereproduceerd)

  1. reproduceren (fotokopiëren)
  2. reproduceren (verdubbelen; vermenigvuldigen)
    duplicarse; doblarse

Conjugations for reproduceren:

o.t.t.
  1. reproduceer
  2. reproduceert
  3. reproduceert
  4. reproduceren
  5. reproduceren
  6. reproduceren
o.v.t.
  1. reproduceerde
  2. reproduceerde
  3. reproduceerde
  4. reproduceerden
  5. reproduceerden
  6. reproduceerden
v.t.t.
  1. heb gereproduceerd
  2. hebt gereproduceerd
  3. heeft gereproduceerd
  4. hebben gereproduceerd
  5. hebben gereproduceerd
  6. hebben gereproduceerd
v.v.t.
  1. had gereproduceerd
  2. had gereproduceerd
  3. had gereproduceerd
  4. hadden gereproduceerd
  5. hadden gereproduceerd
  6. hadden gereproduceerd
o.t.t.t.
  1. zal reproduceren
  2. zult reproduceren
  3. zal reproduceren
  4. zullen reproduceren
  5. zullen reproduceren
  6. zullen reproduceren
o.v.t.t.
  1. zou reproduceren
  2. zou reproduceren
  3. zou reproduceren
  4. zouden reproduceren
  5. zouden reproduceren
  6. zouden reproduceren
en verder
  1. is gereproduceerd
  2. zijn gereproduceerd
diversen
  1. reproduceer!
  2. reproduceert!
  3. gereproduceerd
  4. reproducerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor reproduceren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fotocopiar kopiëren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doblarse reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen buigen; doorbuigen; doorzakken; krom buigen; krommen; ombuigen; omknikken; verbuigen; welven
duplicarse reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen
fotocopiar fotokopiëren; reproduceren fotokopiëren; kopie maken; kopieën maken; kopiëren
reproducir fotokopiëren; reproduceren afspelen; beschrijven; overzetten; translateren; vermenigvuldigen; vertalen; vertolken; verveelvoudigen; weergeven