Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondje (Nederlands) in het Spaans

rondje:

rondje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het rondje (spelletje; beurt)
    el juego; el turno; la partida
    • juego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • turno [el ~] zelfstandig naamwoord
    • partida [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het rondje (cirkel; kring)
    el círculo; el anillo; la vuelta; la ronda; la corona; el turno
    • círculo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ronda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • corona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • turno [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. het rondje (ringetje)
    el anillito
  4. het rondje (ronde; omgang)
    la ronda
    • ronda [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. het rondje (zijn ronde doen; omgang; toer; rondgang)
    el patrullar; el ir de ronda

Vertaal Matrix voor rondje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anillito ringetje; rondje
anillo cirkel; kring; rondje kring; kringel; kringvormig; ring; soort sieraad
corona cirkel; kring; rondje aaneenschakeling; keten; ketting; koningskroon; kroon; snoer; sociëteit; soos
círculo cirkel; kring; rondje aaneenschakeling; bond; cirkel; cirkelvorm; club; gilde; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; orde; organisatie; snoer; societiet; sociëteit; soos; unie; vereniging
ir de ronda omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
juego beurt; rondje; spelletje game; gegok; gesol; gespeel; kinderspel; spel
partida beurt; rondje; spelletje afvaart; afvaren; hoeveelheid; partij; partijtje; potje; uitvaren; wedstrijdje
patrullar omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen afzoeken; patrouilleren
ronda cirkel; kring; omgang; ronde; rondje afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
turno beurt; cirkel; kring; rondje; spelletje afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
vuelta cirkel; kring; rondje achterkant; achterstel; achterzijde; bocht; dagtocht; draai; draaicirkel; excursie; inversie; keer; keerpunt; keerzijde; kering; kleingeld; kromming; kronkel; leuning; omdraaiing; omkering; omkering van de woordvolgorde; ommedraai; ommekeer; omwenteling; onaangename zijde; rentree; revolutie; ronding; rondtocht; rondwandeling; rug; rugleuning; rugstuk; rugzijde; terugkomst; terugrit; terugtocht; terugweg; thuiskomst; toer; totale verandering; uitstapje; wending; wisselgeld; zwenking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patrullar bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien

Verwante woorden van "rondje":

  • rondjes