Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rondwentelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondwentelen (Nederlands) in het Spaans

rondwentelen:

rondwentelen werkwoord (wentel rond, wentelt rond, wentelde rond, wentelden rond, rondgewenteld)

  1. rondwentelen
    girar; hacer girar

Conjugations for rondwentelen:

o.t.t.
  1. wentel rond
  2. wentelt rond
  3. wentelt rond
  4. wentelen rond
  5. wentelen rond
  6. wentelen rond
o.v.t.
  1. wentelde rond
  2. wentelde rond
  3. wentelde rond
  4. wentelden rond
  5. wentelden rond
  6. wentelden rond
v.t.t.
  1. heb rondgewenteld
  2. hebt rondgewenteld
  3. heeft rondgewenteld
  4. hebben rondgewenteld
  5. hebben rondgewenteld
  6. hebben rondgewenteld
v.v.t.
  1. had rondgewenteld
  2. had rondgewenteld
  3. had rondgewenteld
  4. hadden rondgewenteld
  5. hadden rondgewenteld
  6. hadden rondgewenteld
o.t.t.t.
  1. zal rondwentelen
  2. zult rondwentelen
  3. zal rondwentelen
  4. zullen rondwentelen
  5. zullen rondwentelen
  6. zullen rondwentelen
o.v.t.t.
  1. zou rondwentelen
  2. zou rondwentelen
  3. zou rondwentelen
  4. zouden rondwentelen
  5. zouden rondwentelen
  6. zouden rondwentelen
diversen
  1. wentel rond!
  2. wentelt rond!
  3. rondgewenteld
  4. rondwentelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rondwentelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girar draaien; zwenken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girar rondwentelen afzwenken; draaien; gireren; kantelen; keren; kolken; omwenden; per postgiro betalen; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verrollen; wenden; wentelen; zwenken
hacer girar rondwentelen draaien; keren; omwenden; rondtollen; tollen; wenden; zwenken