Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rubber:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor rubber:
    • caucho


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rubber (Nederlands) in het Spaans

rubber:

rubber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rubber
    la goma
    • goma [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rubber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goma rubber autoband; condoom; kapotje; kleefmiddel; kleefpasta; plakmiddel; preservatief

Verwante woorden van "rubber":

  • rubberen, rubbers

Wiktionary: rubber

rubber
noun
  1. een uit het sap van de rubberboom vervaardigd elastisch materiaal

Cross Translation:
FromToVia
rubber el gorrito; el plástico; el forro Gummi — (umgangssprachlich) Kondom
rubber caucho; goma; hule GummiKautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte

Verwante vertalingen van rubber