Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ruptuur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruptuur (Nederlands) in het Spaans

ruptuur:

ruptuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruptuur (scheuring)
    la ruptura
    • ruptura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruptuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ruptura ruptuur; scheuring barst; breken; breuk; deel; dijkbreuk; doorbraak; doorbreken; doorbreking; fractie; gedeelte; interruptie; krak; onderbreking; openscheuring; part; scheur; stuk; verbreking

Verwante woorden van "ruptuur":

  • rupturen