Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schicht:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schicht (Nederlands) in het Spaans

schicht:

schicht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schicht
    el relámpago; la flecha; el rayo; el destello; el flash
    • relámpago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • flecha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rayo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • destello [el ~] zelfstandig naamwoord
    • flash [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schicht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destello schicht bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flakkering; flikkering; flits; flonkering; geflikker; getintel; glans; luister; schijn; schitteren; schittering; sprankeltje; sterretje; tinteling; vonkje
flash schicht bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; flitslicht; snel beeld
flecha schicht bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; pijl; snel beeld
rayo schicht bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; hemelvuur; spaak; straal; straalbundel; stralenbundel; weerlicht
relámpago schicht bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; hemelvuur; weerlicht

Verwante woorden van "schicht":

  • schichten