Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schilden:
  2. schillen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schilden (Nederlands) in het Spaans

schilden:

schilden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schilden (dekschilden)
    el escudos
    • escudos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schilden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escudos dekschilden; schilden blazoenen; wapenschilden

schilden vorm van schillen:

schillen werkwoord (schil, schilt, schilde, schilden, geschild)

  1. schillen (pellen; jassen)

Conjugations for schillen:

o.t.t.
  1. schil
  2. schilt
  3. schilt
  4. schillen
  5. schillen
  6. schillen
o.v.t.
  1. schilde
  2. schilde
  3. schilde
  4. schilden
  5. schilden
  6. schilden
v.t.t.
  1. heb geschild
  2. hebt geschild
  3. heeft geschild
  4. hebben geschild
  5. hebben geschild
  6. hebben geschild
v.v.t.
  1. had geschild
  2. had geschild
  3. had geschild
  4. hadden geschild
  5. hadden geschild
  6. hadden geschild
o.t.t.t.
  1. zal schillen
  2. zult schillen
  3. zal schillen
  4. zullen schillen
  5. zullen schillen
  6. zullen schillen
o.v.t.t.
  1. zou schillen
  2. zou schillen
  3. zou schillen
  4. zouden schillen
  5. zouden schillen
  6. zouden schillen
en verder
  1. ben geschild
  2. bent geschild
  3. is geschild
  4. zijn geschild
  5. zijn geschild
  6. zijn geschild
diversen
  1. schil!
  2. schilt!
  3. geschild
  4. schillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schillen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schillen
    el pieles; el cueros
    • pieles [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cueros [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schillen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cueros schillen dierenhuiden; huiden; vellen
pelar doppen; pellen
pieles schillen dierenhuiden; huiden; vellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mondar jassen; pellen; schillen aardappels schillen; doppen; jassen; pellen
pelar jassen; pellen; schillen aardappels schillen; afschilferen; doppen; jassen; ontvellen; pellen; schilferen; stropen
quitar la piel a jassen; pellen; schillen
sacar la piel jassen; pellen; schillen

Verwante woorden van "schillen":


Wiktionary: schillen


Cross Translation:
FromToVia
schillen pelar pare — To remove the outer covering or skin of something with a knife
schillen pelar peel — to remove skin
schillen distinguirse unterscheiden — (reflexiv) sich (von etwas/ jemandem) unterscheiden: anders sein (als etwas/ jemand)
schillen hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
schillen pelar peler — Enlever la peau