Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schoenmakers:
  2. schoenmaker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoenmakers (Nederlands) in het Spaans

schoenmakers:

schoenmakers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schoenmakers (schoenlappers)
    el zapateros

Vertaal Matrix voor schoenmakers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zapateros schoenlappers; schoenmakers

Verwante woorden van "schoenmakers":


schoenmakers vorm van schoenmaker:

schoenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schoenmaker (schoenlapper)
    el zapatero

Vertaal Matrix voor schoenmaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zapatero schoenlapper; schoenmaker

Verwante woorden van "schoenmaker":


Wiktionary: schoenmaker

schoenmaker
noun
  1. beroep|nld iemand die als vak schoenen repareert

Cross Translation:
FromToVia
schoenmaker zapatera; zapatero cobbler — person who repairs shoes
schoenmaker zapatero; zapatera shoemaker — a person who makes shoes
schoenmaker zapatero cordonnierpersonne qui fabriquer et vendre des chaussures.
schoenmaker zapatero savetier — Celui dont le métier est de réparer les souliers