Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schoffel:
  2. schoffelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoffel (Nederlands) in het Spaans

schoffel:

schoffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schoffel
    la azada; el escardillo; el azadón
    • azada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escardillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • azadón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schoffel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azada schoffel hak; houw; schep; schop; slag met een scherp werktuig; spade
azadón schoffel
escardillo schoffel

Verwante woorden van "schoffel":

  • schoffelen, schoffels, schoffeltje, schoffeltjes

Wiktionary: schoffel


Cross Translation:
FromToVia
schoffel azada; azadón hoe — agricultural tool
schoffel azada holandesa scuffle — Dutch hoe
schoffel pico; azadón; azada HackeSchweiz, Deutschland ohne Südosten: Gartengerät zum Auflockern der Erde
schoffel escardillo; sacho; almocafre; azada houe — agriculture|fr jardinage|fr instrument de fer, large et recourber, qui a un manche de bois, et avec lequel on remuer la terre en la tirant vers soi.

schoffel vorm van schoffelen:

schoffelen werkwoord (schoffel, schoffelt, schoffelde, schoffelden, geschoffeld)

  1. schoffelen (wieden)
    sachar

Conjugations for schoffelen:

o.t.t.
  1. schoffel
  2. schoffelt
  3. schoffelt
  4. schoffelen
  5. schoffelen
  6. schoffelen
o.v.t.
  1. schoffelde
  2. schoffelde
  3. schoffelde
  4. schoffelden
  5. schoffelden
  6. schoffelden
v.t.t.
  1. heb geschoffeld
  2. hebt geschoffeld
  3. heeft geschoffeld
  4. hebben geschoffeld
  5. hebben geschoffeld
  6. hebben geschoffeld
v.v.t.
  1. had geschoffeld
  2. had geschoffeld
  3. had geschoffeld
  4. hadden geschoffeld
  5. hadden geschoffeld
  6. hadden geschoffeld
o.t.t.t.
  1. zal schoffelen
  2. zult schoffelen
  3. zal schoffelen
  4. zullen schoffelen
  5. zullen schoffelen
  6. zullen schoffelen
o.v.t.t.
  1. zou schoffelen
  2. zou schoffelen
  3. zou schoffelen
  4. zouden schoffelen
  5. zouden schoffelen
  6. zouden schoffelen
en verder
  1. ben geschoffeld
  2. bent geschoffeld
  3. is geschoffeld
  4. zijn geschoffeld
  5. zijn geschoffeld
  6. zijn geschoffeld
diversen
  1. schoffel!
  2. schoffelt!
  3. geschoffeld
  4. schoffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schoffelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sachar schoffelen; wieden

Verwante woorden van "schoffelen":


Wiktionary: schoffelen


Cross Translation:
FromToVia
schoffelen azadonar hoe — to use the gardening tool
schoffelen escardar; sachar; carpir sarcler — jardinage|fr agriculture|fr arracher avec la main ou couper sous terre avec un instrument trancher les mauvaises herbes qui croître dans un champ, dans un jardin, etc. — note Le qualificatif peut désigner la mauvaise herbe détruite ou la cultur