Nederlands

Uitgebreide vertaling voor simpelheid (Nederlands) in het Spaans

simpelheid:

simpelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de simpelheid (soberheid; eenvoud)
    la modestia; la sencillez; la frugalidad; la sobriedad; la parquedad
  2. de simpelheid (onnozelheid; naïviteit; kinderlijkheid; naïveteit)
    la estupidez; la inocencia; la bobada; la simplicidad; la insignificancia; el carácter infantil
  3. de simpelheid (eenvoudigheid; eenvoud)
    la simplicidad

Vertaal Matrix voor simpelheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobada kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid flauwe grap; flauwiteit; schaapachtigheid
carácter infantil kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
estupidez kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid absurditeit; achterlijkheid; blunder; doofstomheid; dwaasheid; enormiteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; krachteloosheid; krankzinnigheid; laksheid; onbenulligheid; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; ongerijmdheid; onverstand; onwetendheid; onzinnigheid; slapheid; slapte; stomheid; stompzinnigheid; sulligheid; waanzin; weekheid; zachtheid; zotheid; zwakheid; zwakte
frugalidad eenvoud; simpelheid; soberheid armzaligheid; gebrek; karigheid; krapte; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; tekort
inocencia kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
insignificancia kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid bagatel; beetje; dingetje; doofstomheid; drukte; futiliteit; geesteloosheid; kleinigheid; kouwe drukte; niemendalletje; niet geldig zijn; nietigheid; onbelangrijk iets; onbenulligheid; onwetendheid; peulenschil; stomheid; stompzinnigheid; wissewasje
modestia eenvoud; simpelheid; soberheid bescheidenheid; gematigdheid; ingetogenheid; matigheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid; pretentieloosheid; stemmigheid; teruggetrokkenheid; zedigheid
parquedad eenvoud; simpelheid; soberheid armzaligheid; gebrek; karigheid; krapte; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; spaarzaamheid; tekort; zuinigheid
sencillez eenvoud; simpelheid; soberheid argeloosheid; bescheidenheid; eenvoud; natuurlijkheid; naïveteit; onbedorvenheid; ongekunsteldheid; onschuld; pretentieloosheid
simplicidad eenvoud; eenvoudigheid; kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid eenvoud; natuurlijkheid; ongekunsteldheid; simpliciteit
sobriedad eenvoud; simpelheid; soberheid bescheidenheid; gematigdheid; ingetogenheid; matigheid; pretentieloosheid; stemmigheid; teruggetrokkenheid; zedigheid

Verwante woorden van "simpelheid":


simpelheid vorm van simpel:

simpel bijvoeglijk naamwoord

  1. simpel (niet moeilijk; eenvoudig; gemakkelijk; makkelijk; licht)
    fácil; cómodo; fácilmente; simple; sencillo; sin esfuerzo; sin complicaciones
  2. simpel (ongecompliceerd; eenvoudig)
    simple; sencillo; no complicado; sin problemas

Vertaal Matrix voor simpel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sin problemas eenvoudig; ongecompliceerd; simpel probleemloos
- eenvoudig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fácilmente eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel gemakkelijk; grif; grifweg; met gemak; vlot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cómodo eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel aangenaam; behaaglijk; comfortabel; fijn; geestig; geinig; gemakkelijk; geriefelijk; gerieflijk; gezellig; grappig; handzaam; huiselijk; knus; knusjes; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lollig; plezant; plezierig; prettig
fácil eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel alledaags; als een kind; eenvoudig; gewoon; in een handomdraai; licht; moeiteloos; natuurlijk; niet donker; niets bijzonders; ongekunsteld; ordinair; probleemloos; vanzelf; zonder moeite
no complicado eenvoudig; ongecompliceerd; simpel
sencillo eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; simpel argeloos; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gemeen; goedgelovig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lichtgelovig; natuurlijk; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onedel; ongedwongen; ongekunsteld; onopgemaakt; onopgesmukt; onvolwaardig; probleemloos; van eenvoudige komaf
simple eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; simpel aan een kant beschrijfbaar; alledaags; argeloos; bescheiden; eenvoudig; eenzijdig; gewoon; leeghoofdig; naief; natuurlijk; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; niets bijzonders; onbenullig; ongekunsteld; onnozel; ordinair; probleemloos; van eenvoudige komaf
sin complicaciones eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel in een handomdraai; moeiteloos; vanzelf; zonder moeite
sin esfuerzo eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel in een handomdraai; moeiteloos; vanzelf; zonder moeite

Verwante woorden van "simpel":

  • simpelheid, simpeler, simpelere, simpelst, simpelste, simpele

Synoniemen voor "simpel":


Antoniemen van "simpel":


Verwante definities voor "simpel":

  1. wat eenvoudig te doen is1
    • deze som is simpel1
  2. niet goed wijs, onnozel1
    • mijn vriendje is een beetje simpel1

Wiktionary: simpel

simpel
adjective
  1. zonder veel complicaties

Cross Translation:
FromToVia
simpel simple; sencillo simple — uncomplicated
simpel bobo; necio niais — désuet|fr oiseau de fauconnerie que l’on prenait dans le nid alors qu’il n’en était pas encore sorti cit réf |3=Michèle Lenoble-Pinson |1=Poile et plume — termes de chasse et langue courante — vénerie, fauconnerie, chasse à tir |lien=http://books.google.fr/books?hl=fr&id=BFlc11P8bsAC&q=niais
simpel puro; mero pur — Qui est sans mélange.