Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. slok:
  2. slokken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slok (Nederlands) in het Spaans

slok:

slok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slok (teug; dronk)
    el trago; el sorbo
    • trago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sorbo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sorbo dronk; slok; teug teugje
trago dronk; slok; teug borrel; neut; oorlam

Verwante woorden van "slok":


Synoniemen voor "slok":


Verwante definities voor "slok":

  1. hoeveelheid van één keer slikken1
    • mag ik ook een slokje proeven?1

Wiktionary: slok


Cross Translation:
FromToVia
slok trago draught — an amount of liquid that is drunk in one swallow

slok vorm van slokken:

slokken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de slokken
    el tragos; el sorbos
    • tragos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sorbos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slokken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sorbos slokken
tragos slokken borrels; oorlammen; teugen

Verwante woorden van "slokken":


Wiktionary: slokken


Cross Translation:
FromToVia
slokken tragar; deglutir avaler — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van slok