Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stelpen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stelpen (Nederlands) in het Spaans

stelpen:

stelpen werkwoord (stelp, stelpt, stelpte, stelpten, gestelpt)

  1. stelpen (stillen)
    restañar

Conjugations for stelpen:

o.t.t.
  1. stelp
  2. stelpt
  3. stelpt
  4. stelpen
  5. stelpen
  6. stelpen
o.v.t.
  1. stelpte
  2. stelpte
  3. stelpte
  4. stelpten
  5. stelpten
  6. stelpten
v.t.t.
  1. heb gestelpt
  2. hebt gestelpt
  3. heeft gestelpt
  4. hebben gestelpt
  5. hebben gestelpt
  6. hebben gestelpt
v.v.t.
  1. had gestelpt
  2. had gestelpt
  3. had gestelpt
  4. hadden gestelpt
  5. hadden gestelpt
  6. hadden gestelpt
o.t.t.t.
  1. zal stelpen
  2. zult stelpen
  3. zal stelpen
  4. zullen stelpen
  5. zullen stelpen
  6. zullen stelpen
o.v.t.t.
  1. zou stelpen
  2. zou stelpen
  3. zou stelpen
  4. zouden stelpen
  5. zouden stelpen
  6. zouden stelpen
en verder
  1. ben gestelpt
  2. bent gestelpt
  3. is gestelpt
  4. zijn gestelpt
  5. zijn gestelpt
  6. zijn gestelpt
diversen
  1. stelp!
  2. stelpt!
  3. gestelpt
  4. stelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stelpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restañar stelpen; stillen

Wiktionary: stelpen


Cross Translation:
FromToVia
stelpen acabar; terminar terminerborner, limiter.