Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stijfte (Nederlands) in het Spaans

stijfte:

stijfte [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. stijfte
    la tenacidad; la rigidez; la dureza; la torpeza; la intransigencia; la tirantez; el entumecimiento; la inflexibilidad; la punibilidad

Vertaal Matrix voor stijfte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dureza stijfte dapperheid; eelt; eeltlaag; eeltplek; gehardheid; gestaaldheid; gestrengheid; grofheid; hardhandigheid; koenheid; kranigheid; moed; onbarmhartigheid; onverbiddelijkheid; onversaagdheid; ruw van makelij; ruwheid; strengheid; taaiheid; uithoudingsvermogen; verhardheid; verstoktheid
entumecimiento stijfte harkerigheid; houterigheid; starheid; verstijfdheid; verstijving
inflexibilidad stijfte bokkigheid; harkerigheid; houterigheid; onbuigzaamheid; onvermurwbaarheid; onverzettelijkheid; onwrikbaarheid; starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid
intransigencia stijfte bokkigheid; harkerigheid; houterigheid; onbuigzaamheid; onverzettelijkheid; starheid
punibilidad stijfte gestrengheid; onverbiddelijkheid; strengheid
rigidez stijfte bekrompenheid; bokkigheid; geborneerdheid; gestrengheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid; onbuigbaarheid; onbuigzaamheid; onverbiddelijkheid; onverzettelijkheid; strengheid
tenacidad stijfte aanhouden; betrouwbaarheid; bokkigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; doorzettingsvermogen; harkerigheid; houterigheid; soliditeit; starheid; stevigheid; taaiheid; trekvastheid; uithouding; vasthoudendheid; verbetenheid; volhardendheid; volharding
tirantez stijfte begeren; bokkigheid; gespannenheid; harkerigheid; houterigheid; lust; smachten; spanning; starheid; strakheid; verlangen; wensen; zetmeel; zucht
torpeza stijfte boersheid; gebroddel; gehannes; geklungel; gestuntel; harkerigheid; houterigheid; onbeholpenheid; onhandigheid; onwellevendheid; starheid