Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stillen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stillen (Nederlands) in het Spaans

stillen:

stillen werkwoord (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen (lessen)
  2. stillen (stelpen)
    restañar

Conjugations for stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stillen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apagar la sed lessen; stillen dorst lessen; laven; zich laven; zich verkwikken; zijn dorst stillen
refrescar lessen; stillen afkoelen; fleurig maken; hernieuwen; koel worden; opfleuren; opfrissen; opnieuw doen; overdoen; restaureren; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
restañar stelpen; stillen

Wiktionary: stillen

stillen
verb
  1. (overgankelijk) doen ophouden, bevredigen

Cross Translation:
FromToVia
stillen apaciguar; sosegar; aquietar; tranquilizar apaiserramener au calme, à un état paisible.

Verwante vertalingen van stillen