Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. storten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor storten (Nederlands) in het Spaans

storten:

storten werkwoord (stort, stortte, stortten, gestort)

  1. storten (deponeren)
    depositar; transcribir; ingresar; pagar

Conjugations for storten:

o.t.t.
  1. stort
  2. stort
  3. stort
  4. storten
  5. storten
  6. storten
o.v.t.
  1. stortte
  2. stortte
  3. stortte
  4. stortten
  5. stortten
  6. stortten
v.t.t.
  1. heb gestort
  2. hebt gestort
  3. heeft gestort
  4. hebben gestort
  5. hebben gestort
  6. hebben gestort
v.v.t.
  1. had gestort
  2. had gestort
  3. had gestort
  4. hadden gestort
  5. hadden gestort
  6. hadden gestort
o.t.t.t.
  1. zal storten
  2. zult storten
  3. zal storten
  4. zullen storten
  5. zullen storten
  6. zullen storten
o.v.t.t.
  1. zou storten
  2. zou storten
  3. zou storten
  4. zouden storten
  5. zouden storten
  6. zouden storten
en verder
  1. ben gestort
  2. bent gestort
  3. is gestort
  4. zijn gestort
  5. zijn gestort
  6. zijn gestort
diversen
  1. stort!
  2. stortt!
  3. gestort
  4. stortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

storten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het storten (stortregenen; gieten; plenzen)
    el aguacero; el chubasco; el chaparrón

Vertaal Matrix voor storten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aguacero gieten; plenzen; storten; stortregenen bui; gietbui; plensbui; regenbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
chaparrón gieten; plenzen; storten; stortregenen bui; gietbui; plensbui; regenbui; regenvlaag; slagregen; stortbui; stortregen; valwind; zware regenbui
chubasco gieten; plenzen; storten; stortregenen bui; gietbui; plensbui; regenbui; slagregen; stortbui; stortregen; valwind; zware regenbui
depositar neerzetten
pagar boeten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
depositar deponeren; storten afbakenen; afpalen; afzetten; afzien van rechtsvervolging; begrenzen; beknotten; beperken; betrappen; bewaren; bijstorten; bijzetten; deponeren; geld overmaken; inleggen; invoegen; laten uitstappen; leggen; neerleggen; neerzetten; omlijnen; op rekening storten; opslaan; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; seponeren; snappen; stationeren; tussenleggen; verneuken; wegleggen; zetten
ingresar deponeren; storten doen in; gieten; inbrengen; indoen; instoppen; schenken; uitstorten
pagar deponeren; storten afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; besteden; betalen; bezoldigen; boeten; dokken; geld overmaken; gieten; gunnen; honoreren; iets toekennen; lonen; neerleggen; onderuit halen; ophoesten; overboeken; overschrijven; overzenden; salariëren; schenken; spenderen; toebedelen; toekennen; toewijzen; uitbetalen; uitgeven; uitkeren; uitstorten; vereffenen; verrekenen; voldoen; voor de dag komen met
transcribir deponeren; storten bewerken; geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; tekst redigeren

Wiktionary: storten

storten
verb
  1. geld in een rekening inbrengen

Cross Translation:
FromToVia
storten derramar shed — to allow to flow or fall
storten pagar payer — Donner de l’argent pour un bien ou un service
storten echar; verter; derramar verser — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van storten